Team

Jessica Erkemeij

Van betekenis zijn in het leven van de cliënt

Jessica Erkemeij | Eigenaar An1mo

Ik ben Jessica Erkemeij (40).

Ik heb het geluk gehad dat ik al heel vroeg wist waar mijn roeping lag; In de zorg voor jonge mensen. Waar sommigen pubers lang twijfelen over hun studie of hun loopbaan, wist ik al heel snel dat ik in de zorg wilde gaan werken.

Jessica Erkemeij | Eigenaar An1mo

Ik hecht grote waarde aan een warm familieleven,….

maar ik was me er op jonge leeftijd al van bewust dat er ook kinderen zijn die het niet altijd even makkelijk hebben. Tijdens het volgen van mijn opleiding intrigeerde mij vooral de doelgroep LVB met bijkomende problematieken. Ik zag kinderen die gedrag lieten zien vanuit een beperking. Kinderen die in hun gezin vooral veel voorbeelden hebben gezien hoe het niet moet. Met hun ongepaste gedrag probeerde zij zichzelf alleen maar staande te hebben.

Met liefde, geduld en de juiste benadering kun je juist bij deze groep dingen bereiken die je aan het begin van het traject niet voor mogelijk hield.

Ik mocht op 17-jarige leeftijd stagelopen bij ’s Heeren Loo en ben hier als het ware twintig jaar blijven plakken. Ik werkte met jongeren die het thuis niet makkelijk hadden. Waar er in de thuissituatie geen veilige basis geboden kon worden. Er waren kinderen die nooit naar huis konden. Er waren kinderen die thuis mochten komen, maar als ze terugkwamen op de groep weer ritme regelmaat en rust moesten krijgen.

Een boeiende doelgroep.

Deze kinderen woonden op een groep. Een groep met allerlei verschillende kinderen, met verschillende problematieken, verschillende leeftijden en uit verschillende gezinssystemen. Ze hadden allemaal een eigen rugzak, gevuld met ervaringen die zij als kind met zich mee moesten dragen.

Ik vond het bijzonder om te zien, hoe zij elkaar konden triggeren. Hoe ze angstig konden worden door de agressie van anderen en elkaar mee konden nemen in inadequaat gedrag. Aan de andere kant kon deze groep ook heel goed voor elkaar zorgen en voor elkaar op komen. Naar mate de jaren verstreken ontstond er dan ook een hechte band.

Minstens zo interessant was de band die zij opbouwden met hun begeleiders. Een soort vervangende ouder, waar zij vertrouwen in moesten hebben. Voor mij was het altijd een voorrecht om zo’n rol in te mogen nemen.

Het is een heel verantwoordelijke rol, maar ook een heel waardevolle. Je bent in een positie om écht iets te betekenen in iemands leven. Een mooier beroep kan ik me niet inbeelden.

Mijn weg vervolgde ik binnen een andere regio van ’s Heeren Loo. Ik moest hetgeen ik geleerd had in de praktijk gaan brengen. Ik kwam binnen een setting te werken, waarbij kinderen onder toezicht stonden. Er werd gebruikt gemaakt van separeerruimtes. Er was veel agressie die onder controle gehouden moest worden met fixeren, ter bescherming van zichzelf en anderen. Een pittige groep, maar ik heb ook hier ontdekt dat je met geduld, rust en structuur heel veel kan bereiken.

Ik ontwikkelde steeds meer een eigen visie en een eigen stijl van begeleiden.

Voor mij lag de uitdaging het gedrag van de ander aan te passen zonder te bepalen. Zonder autoriteit deze jongeren in beweging krijgen. Ik kwam er na een jaar achter dat ik op zoek was naar een werkplek waarbij er niet continu bepaald wordt wat de cliënt allemaal moet. Bovendien was ik ook nieuwsgierig geworden naar ‘mijn’ jongeren. Hoe zou het met ze gaan op latere leeftijd? Waar gaan ze heen als ze vertrekken uit een veilige beheersmatige setting? Hebben ze dan genoeg van ons geleerd om een stapje richting meer zelfstandigheid en meer keuzevrijheid te maken?

Ik ging op zoek naar een werkplek waar jongeren uit onze beheersmatige setting geplaatst werden en waar ze leerden hoe zij zich verder moesten ontwikkelen. Ik deed een zogeheten kamertraining en mocht een groep opnemen met jongeren die zo zelfstandig mogelijk moesten gaan wonen.

Een vicieuze cirkel

Ik heb veel verschillende groepen gezien. Een reguliere terreingroep, grote groepen in een buitenvoorziening, of een woning met vier jongeren. Opmerkelijk was dat bij al die groepen de hulpverleners nog steeds bepaalden wat de cliënten moesten doen. Wij bepaalden de regels en de afspraken. Op zich is dat een natuurlijke reflex van elke zorgprofessional. Je leeft tenslotte met elkaar samen. Maar wij bepaalden ook wat de ander nog moest leren. Als dat leren niet lukte, droegen wij onze oplossingen aan. Omdat de jongeren iets moesten leren van een ander ageerden ze regelmatig, ze kregen vervolgens sancties, probeerde opnieuw een aangedragen oplossing, faalden nog eens, werden weer agressief, kregen nieuwe sancties en zo doorliepen we met elkaar een vicieuze cirkel.

Als ik naar mezelf kijk of naar mijn eigen kinderen, dan zie je dat leren het best lukt als je zelf iets mag kiezen, als je zelf gemotiveerd bent. In de zorg lijken we dat soms te vergeten als we de leerpunten van een ander te veel bepalen. Ik ben zelf allergisch voor het woord “moeten”. Interessant was dan ook dat ik wilde dat deze jongeren van mij van alles moesten.

Ik kreeg steeds meer een eigen denkwijze over hoe ik eigenlijk vorm wilde geven aan de hulpverlening. Mijn rugzak vulde zich in al die jaren met methodieken, trainingen en opleidingen en ik leerde steeds meer eclectisch te werken. Ik keek steeds meer naar de individu in plaats van naar de setting waarin zij woonden. Ik vergeleek mijn eigen ontwikkeling met die van hen. Wat was nou het grootste verschil, los van de medische aspecten?

Reflecteren

Wanneer ik terugkijk op momenten waar ik echt wat heb geleerd en gedrag heb aangepast, wat deed ik dan en waarom lukte het mij toen wel? Zei iemand mij wat ik moest doen? Kreeg ik een oplossing en was het dan ook daadwerkelijk opgelost? Nee! Ik mocht leren door te ervaren. Elke stap moest ik zelf zetten. Ik kon overleggen of het verstandig was, ik kon erover in gesprek. Doordat ik de ruimte kreeg om te ervaren liep ik ook wel eens tegen de muur. Het mooie daarvan was, dat ik het erover kon hebben.

Botsen tegen muren is natuurlijk niemands grootste hobby, maar door te leren van je eigen keuzes, fouten en ervaringen kun je wel veel bereiken.

Wanneer je het geluk hebt een groei mindset te hebben, loop je binnen zorgland nogal tegen wat kaders aan. Het werd voor mij een uitdaging om de doelgroep met wie ik werkte steeds weer in hun kracht te zetten.  Omdat de jongeren al zo lang alleen maar verteld wordt hoe zij zich moeten gedragen is het vertrouwen in eigen kunnen broos. Wanneer je steeds hoort wat je niet goed doet, wat je beter kan doen en hoe jij je moet gedragen, maakt dat je niet meer zelf na hoeft te denken.

 

Missie;

Voor mij was het altijd een topprioriteit om én het zelfvertrouwen te herstellen én de jongeren juist wel weer zelf te laten nadenken.

Die prioriteit neem ik mee naar An1mo. De afgelopen 20 jaar heb ik mij binnen een grote zorgorganisatie mogen ontwikkelen tot de hulpverlener die ik nu ben. Door te kijken naar mogelijkheden kan ik met trots terugkijken op een aantal prachtige ontwikkelingen. Ik wil alleen meer en ik wil het anders. De ervaring leert dat er veel voordelen aan grote organisaties zijn, maar mij gaat het om de cliënt.

De wens om het anders te doen, de wens om een kleinschalige zorgorganisatie te ontwikkelen werd groter en groter. Na een lange zoektocht, gesprekken met diverse partijen, sparren met netwerkpartners, familie en vrienden, is de kogel door de kerk.

Mijn handen jeuken om van An1mo een daverend succes te maken.

Nu Contact met An1mo

Vul het contactformulier in en dan nemen we zsm contact met je op.

Bel ons direct

Contactformulier

10 + 6 =